Voor veel mensen is carnaval vooral een uitbundig feest vol verkleedpartijen, muziek en gezelligheid. Maar waar komt carnaval eigenlijk vandaan, en wat heeft het te maken met vasten? In deze uitgebreide blog duiken we in de oorsprong van carnaval, de relatie met de vastentijd en de verschillende regionale tradities, zoals in Oeteldonk, Kruikenstad, Lampegat en Kielegat.

De oorsprong van carnaval
Het woord "carnaval" komt waarschijnlijk van het Latijnse carne vale, wat letterlijk "vaarwel vlees" betekent. Van oudsher is carnaval dan ook het feest dat voorafgaat aan de vastentijd: een periode van bezinning, soberheid en het mijden van luxe, waaronder vlees. Deze veertigdagentijd begint op Aswoensdag en loopt tot Pasen. Carnaval is dus historisch gezien het laatste moment om uitbundig te vieren voordat men de regels van het vasten volgt. In katholieke streken kreeg dit feest steeds meer vorm in de vorm van optochten, maskers, verkleedpartijen en satire.
Wat houdt vasten precies in?
Vasten is een christelijke traditie waarin mensen zich gedurende veertig dagen onthouden van bepaalde luxe of gewoonten. Oorspronkelijk betekende dat: geen vlees, geen alcohol, en vaak maar één echte maaltijd per dag. Tegenwoordig geven mensen vaak hun eigen invulling aan het vasten, zoals geen suiker eten, minder schermtijd of stoppen met alcohol. Hoewel niet iedereen de vastentijd actief volgt, blijft het idee van carnaval als afscheidsfeest van overvloed en plezier cultureel sterk aanwezig in veel delen van Nederland.
Carnaval als symbolisch contrast met vasten
Het contrast tussen carnaval en vasten is wat het feest zo krachtig maakt: van chaos naar rust, van overvloed naar eenvoud. Dat zie je terug in hoe mensen zich uitbundig kleden, dansen, zingen en feesten. In die zin is carnaval niet alleen een excuus om los te gaan, maar ook een manier om je op te laden voor een periode van stilte of reflectie.
Oeteldonk: traditie met een knipoog
Oeteldonk, de carnavalsnaam voor 's-Hertogenbosch, staat bekend om zijn sterke symboliek, tradities en hiërarchie. De Oeteldonkse kleding is hierbij een belangrijk onderdeel: van de bekende boerenkiel tot rood-wit-gele sjaals en emblemen. In Oeteldonk is carnaval een omgekeerde wereld, waar de burgemeester tijdelijk wordt vervangen door Prins Amadeiro en satire en spot regeren. Na drie dagen vol beleving volgt op dinsdagavond het symbolische afscheid van carnaval, vaak met het begraven van de 'Boerenmetworst' of het verbranden van de pop.
Kruikenstad, Lampegat en Kielegat: regionale verschillen
Ook in andere delen van Brabant en Limburg wordt carnaval groots gevierd. In Tilburg heet het bijvoorbeeld Kruikenstad. De naam verwijst naar de kruik waarin vroeger jenever werd bewaard. De stad kleurt oranje en groen en kent haar eigen tradities.
In Eindhoven viert men carnaval in Lampegat, een knipoog naar de stad als centrum van gloeilampenproductie. Lampegat staat bekend om zijn creatieve optochten, ludieke kleding en tech-invloeden.
Kielegat, oftewel Breda, kent een eigen invulling van carnaval met veel aandacht voor traditie en muziek. De kleuren oranje en rood overheersen, en de stad wordt overspoeld met blaaskapellen en verklede feestvierders.
Carnaval is een feest van verbinding

Wat al deze plaatsen gemeen hebben, is dat carnaval mensen samenbrengt. Jong, oud, gelovig of niet: iedereen doet mee. Het feest biedt ruimte voor expressie, zelfspot, en vrolijkheid iets wat zeker in de aanloop naar een periode van bezinning extra betekenisvol is.
conclusie
Carnaval is meer dan alleen verkleden. Het is een cultureel fenomeen met oude wortels in religie, gemeenschap en ritueel. Door de relatie met de vastentijd te begrijpen, krijgt het feest diepgang. Of je nu feest in Oeteldonk, Lampegat, etc of gewoon geniet van het samenzijn carnaval herinnert ons eraan dat vreugde en loslaten soms net zo waardevol zijn als rust en reflectie.